- Arbeidsmiddelen (2009/104/EG)
De oorspronkelijke richtlijn over arbeidsmiddelen stamt uit het jaar 1989 (89/655/EEG), maar was al een aantal keren inhoudelijk gewijzigd. Daarom is besloten om alle wijzigingen in één geheel nieuwe arbeidsmiddelenrichtlijn op te nemen. De implementatie van de richtlijn Arbeidsmiddelen heeft in Nederland plaatsgevonden via hoofdstuk 7 van het Arbobesluit en de Arboregeling. Deze richtlijn heeft betrekking op de voorwaarden waaronder een werkgever een arbeidsmiddel (machines, gereedschap, werktuigen, steiger etc.) ter beschikking stelt aan een werknemer, zodat deze laatste er veilig mee kan werken. De richtlijn gaat dus niet over het ontwerpen en produceren van een machine; daarvoor bestaat een andere productveiligheidsrichtlijn: de machinerichtlijn (2006/42/EG). - Arbeidsplaatsen (89/654/EEG)
Deze Arbeidsplaatsenrichtlijn is in Nederland geïmplementeerd in hoofdstuk 3 van het Arbobesluit en in het Bouwbesluit 2012. Het gaat hier om concrete zaken met betrekking tot arbeidsplaatsen in zijn algemeenheid. Te denken valt aan regels m.b.t. stabiliteit en stevigheid van gebouwen, elektrische installaties, vluchtwegen en nooduitgangen, deuren en poorten etc. - Asbest (2009/148/EG)
Deze ‘nieuwe’ richtlijn over asbest uit 2009 vervangt de ‘oude’ asbest-richtlijn (83/477/EEG) en de drie asbest-wijzigingsrichtlijnen (91/382/EEG), (2003/18/EG) en (2007/30/EG). De asbest-richtlijnen zijn verwerkt in afdeling 5 van hoofdstuk 4 van het Arbobesluit en tevens in de paragrafen 4.5, 4.6 en 4.7 van de Arboregeling. Ook zijn delen van deze asbest-richtlijnen opgenomen in het Asbestverwijderings-besluit. Er is een ‘practical guide’ verschenen over asbest, geschreven door de samenwerkende Europese Arbeidsinspecties (SLIC). - Beeldschermapparatuur (90/270/EEG)
Deze richtlijn is omgezet naar afdeling 2 van hoofdstuk 5 van het Arbobesluit en hoofdstuk 5 van de Arboregeling. De concrete, vooral ergonomische, voorschriften rond het werken met beeldschermen zijn terug te vinden in de artikelen 5.1 (apparatuur en meubilair), 5.2 (inrichting beeldschermwerkplek) en 5.3 (programmatuur) van de Arboregeling. Op dit moment werkt de Europese Commissie aan een nieuwe richtlijn ter preventie van klachten aan het bewegingsapparaat. Die nieuwe richtlijn zou deze richtlijn over beeldschermen (90/270/EEG) en de richtlijn over het manueel hanteren van lasten (90/269/EEG) moeten vervangen. Of en wanneer de nieuwe richtlijn er komt is op dit moment niet duidelijk. - Biologische agentia (2000/54/EG)
Deze richtlijn stamt oorspronkelijk uit 1990, maar was intussen zo vaak gewijzigd dat er een geheel nieuwe richtlijn is gemaakt. De biologische agentia richtlijn is omgezet in afdeling 9 van hoofdstuk 4 van het Arbobesluit. Het gaat in deze richtlijn om micro-organismen die o.a. een infectie of een allergie kunnen veroorzaken. De blootstelling aan deze micro-organismen vindt plaats via bijvoorbeeld besmet bloed. Maar het kan ook gaan om met legionellabacteriën besmet water. In de artikelen 4.84 tot en met 4.101 van het Arbobesluit zijn dan ook specifieke voorschriften m.b.t. het voorkómen en beperken van blootstelling aan biologische agentia opgenomen. - Carcinogene en mutagene agentia (2004/37/EG)
De oude richtlijn 90/394/EEG is een aantal malen ingrijpend gewijzigd (o.a. via de richtlijnen 97/42/EG en 1999/38/EG). Door al deze wijzigingen kwam de leesbaarheid in de knel en heeft de EU één nieuwe richtlijn gemaakt. Deze richtlijn over kankerverwekkende stoffen en stoffen die erfelijke veranderingen (door aantasting van het DNA) kunnen veroorzaken is overigens omgezet in afdeling 2 van hoofdstuk 4 van het Arbobesluit. Gezien de grote gezondheidsrisico’s van deze stoffen zijn de treffen maatregelen ook gedetailleerd uitgewerkt in de artikelen 4.11 tot en met 4.23 van het Arbobesluit. - Chemische agentia (98/24/EG)
Deze richtlijn is verwerkt in hoofdstuk 4 van het Arbobesluit en hoofdstuk 4 van de Arboregeling. De richtlijn inzake chemische agentia is driemaal aangepast. Het gaat hier om drie wijzigingsrichtlijnen met lijsten van indicatieve grenswaarden: (2000/39/EG), (2006/15/EG) en (2009/161/EU). Al deze richtlijnen zijn omgezet naar artikel 4.3 van het Arbobesluit en artikel 4.19 en 4.19a van de Arboregeling. De lijst met grenswaarden is terug te vinden in Bijlage XIII van de Arboregeling.
praktische gids_chemische agentia (10 MB)
practical guide_chemical agents (10 MB) - Elektromagnetische velden (2013/35/EU)
De ontstaansgeschiedenis van deze richtlijn is complex geweest. Oorspronkelijk was er de richtlijn 2004/40/EG over elektromagnetische velden die eerst op 30 april 2008 en later op 30 april 2012 moest worden ingevoerd. Maar van die invoering is het nooit gekomen. Nieuwe inzichten hebben er toe geleid dat er een geheel nieuwe richtlijn is verschenen over elektromagnetische velden (2013/35/EU). De invoeringsdatum van richtlijn 2013/35/EU ligt nu op 1 juli 2016. Nog steeds ligt het voor de hand dat de invoering van deze richtlijn plaats vindt via hoofdstuk 6 (Fysische factoren) van het Arbobesluit en de Arboregeling. - Explosieve atmosferen (1999/92/EG)
Deze richtlijn is geïmplementeerd in paragraaf 2a van afdeling 1 van hoofdstuk 3 van het Arbobesluit. Voor bedrijven die werken in explosieve atmosferen gelden specifieke maatregelen om explosies te voorkomen en als ze onverhoopt plaatsvinden de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. Hierbij speelt het door bedrijven verplicht op te stellen explosie-veiligheidsdocument een belangrijke rol. De Europese Commissie heeft een praktijkgids explosieve atmosferenvoor goede praktijken gemaakt over het onderwerp explosieve atmosferen. - Jongeren (94/33/EG)
De implementatie van deze richtlijn is vooral terug te vinden in afdeling 8 van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit. Andere plaatsen in het Arbobesluit: paragraaf 4 van afdeling 4 van hoofdstuk 3; paragraaf 2 van afdeling 10 van hoofdstuk 4; paragraaf 3 van afdeling 6 van hoofdstuk 6; paragraaf 2 van afdeling 6 van hoofdstuk 7. Bepaalde onderdelen van deze richtlijn zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van de Arbeidstijdenwet, en is verder uitgewerkt in de Nadere regeling kinderarbeid. De bescherming van jongeren betreft met name de groep van 16 en 17 jarigen. Jongeren jonger dan 16 jaar mogen op basis van de Arbeidstijdenwet geen of in beperkte mate arbeid verrichten. Voor méér informatie zie deze Factsheet. - Kaderrichtlijn veiligheid en gezondheid op het werk (89/391/EEG)
Op EU-niveau bestaat er eigenlijk een soort Arbowet. Deze EU-Arbowet heet de “Kaderrichtlijn veiligheid en gezondheid van werknemers op het werk”. De EU Kaderrichtlijn veiligheid en gezondheid op het werk kent met de Arbowet vergelijkbare algemene voorschriften (arbobeleid, deskundige ondersteuning, RI&E, voorlichting en onderricht, BHV, etc.). De tekst van de Kaderrichtlijn is, waar nodig, opgenomen in de Arbowet. - Kunstmatige optische straling (2006/25/EG)
Deze richtlijn is sinds 27 mei 2010 in Nederland van kracht. Dat is gebeurd via de artikelen 6.12a tot en met 6.12g van het Arbobesluit. Deze straling heeft betrekking op o.a. ultraviolette, zichtbare en infrarode straling maar ook op bijvoorbeeld lasers. De meest directe gezondheidsgevaren van deze straling zijn schade aan de huid en de ogen. Indien bepaalde grenswaarden worden overschreden vereist de richtlijn dat er maatregelen worden genomen. M.b.t. deze richtlijn is er een niet-bindende gids geschreven met achtergrondinformatie. - Lawaai (2003/10/EG)
De implementatie van deze richtlijn heeft in januari 2006 plaatsgevonden. Afdeling 3 van hoofdstuk 6 van het Arbobesluit (de artikelen 6.6 tot en met 6.11 van het Arbobesluit) is in zijn geheel aangepast aan deze richtlijn. Een veel oudere richtlijn over lawaai (86/188/EEG) is ingetrokken, en is deels verwin deze lawaai-richtlijn (2003/10/EG). Net als bij trillingen is het uitgangspunt in deze lawaai-richtlijn dat bij bepaalde grenswaarden (80, 85 en 87 dB(A)) er specifieke maatregelen moeten worden genomen. M.b.t. deze richtlijn is er een niet-bindende praktijkgids geschreven met achtergrondinformatie. - Manueel hanteren van lasten (90/269/EEG) Deze richtlijn is verwerkt in afdeling 1 van hoofdstuk 5 van het Arbobesluit onder de naam Fysieke belasting. Fysieke belasting is een ruim begrip, maar in dit kader kan gedacht worden aan het optillen, neerzetten, duwen, trekken, dragen of verplaatsen van een last. Op dit moment werkt de Europese Commissie aan een nieuwe richtlijn ter preventie van klachten aan het bewegingsapparaat. Die nieuwe richtlijn zou deze richtlijn (90/269/EEG) en de richtlijn over beeldschermen (90/270/EEG) moeten vervangen. Of en wanneer de nieuwe richtlijn er komt is op dit moment niet duidelijk.
- Medische hulpverlening aan boord van schepen (92/29/EEG)
Deze richtlijn is niet omgezet in de Arbowet. De richtlijn is geïmplementeerd in het Vissersvaartuigen besluit en de Regeling Veiligheid Zeeschepen. Een zeer specifieke richtlijn met zeer gedetailleerde voorschriften, bijvoorbeeld welke geneesmiddelen tegen hart- en vaatziekten aan boord van zeeschepen aanwezig moeten zijn. Het gaat om zeeschepen en vissersschepen op zee. Maar binnenschepen, oorlogsschepen en pleziervaartuigen vallen niet onder de werking van deze richtlijn. - Persoonlijke beschermingsmiddelen (89/656/EEG)
Deze persoonlijke beschermingsmiddelen-richtlijn is geïmplementeerd in afdeling 1 van hoofdstuk 8 van het Arbobesluit. Belangrijk in deze richtlijn is het feit dat als andere beschermingsmiddelen (bronaanpak, collectieve of individuele maatregelen) niet werken er pas persoonlijke beschermingsmiddelen mogen worden ingezet. Het persoonlijke beschermingsmiddel moet adequaat zijn om het betreffende risico te voorkómen of te beperken. Ook moet het geschikt zijn voor de betreffende drager van het persoonlijke beschermingsmiddel, maatwerk dus. Er bestaat ook een productveiligheidsrichtlijn m.b.t. persoonlijke beschermingsmiddelen (89/686/EEG). De laatstgenoemde richtlijn heeft betrekking op het ontwerp en de productie van persoonlijke beschermingsmiddelen. - Prikincidenten in de ziekenhuis- en gezondheidsbranche (2010/32/EU)
Werkgevers- en werknemersorganisaties in de ziekenhuis- en gezondheidszorg-branche hebben op Europees niveau afspraken gemaakt om het aantal prikincidenten met injectienaalden te verminderen. Deze afspraken moeten door de Lidstaten worden omgezet in wetgeving. Dit moet uiterlijk op 11 mei 2013 door de Lidstaten zijn gebeurd. Nederland heeft deze richtlijn per 1 januari 2012 omgezet in artikel 4.97, lid 2, onder c. en d. Arbobesluit. - Trillingen (2002/44/EG) Deze richtlijn is geïmplementeerd in afdeling 3A van hoofdstuk 6 van het Arbobesluit (de artikelen 6.11a tot en met 6.11e van het Arbobesluit). Trillingen kunnen leiden tot ernstige gezondheidsschade. Daarom eist deze richtlijn maatregelen als bepaalde grenswaarden worden overschreden. De voorschriften richten zich zowel op hand-arm trillingen als op lichaamstrillingen. M.b.t. deze richtlijn is een niet-bindende praktijkgids geschreven met achtergrondinformatie.
- Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (92/57/EEG)
Deze richtlijn is geïmplementeerd in afdeling 5 van hoofdstuk 2 van het Arbobesluit. In Nederland wordt dit onderdeel aangeduid met de term “Bouwproces”. Feitelijk is dit een betere term dan “Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen”, want de richtlijn tracht een heldere verdeling aan te geven van de arbo-verantwoordelijkheden voorafgaande aan (ontwerpfase) en tijdens het proces van bouwen (bouwfase). Hierin spelen de veiligheids- en gezondheidscoördinator en het veiligheids- en gezondheidsplan een belangrijke rol. Een goede samenwerking tussen de diverse partijen in het bouwproces is eigenlijk het centrale doel van deze richtlijn. - Uitzendarbeid of arbeid voor bepaalde tijd (91/383/EEG)
Is m.n. verwerkt in artikel 1 en artikel 5, lid 6 van de Arbowet. De uitzendkracht valt onder de verantwoordelijkheid van het inlenende bedrijf m.b.t. de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften. Anders gezegd: het inlenende bedrijf dient de Arbowetgeving ook na te leven ten opzichte van de uitzendkracht. Voor deze richtlijn en de Arbowetgeving is er geen verschil tussen de ‘vaste’ werknemer en de uitzendkracht. - Veiligheids- en/of gezondheidssignalering (92/58/EEG)
Deze richtlijn is verwerkt in afdeling 2 van hoofdstuk 8 van het Arbobesluit en hoofdstuk 8 van de Arboregeling. In bijlagen XVIII van hoofdstuk 8 van de Arboregeling is een overzicht opgenomen van alle verbodsborden, waarschuwingsborden, gebodsborden, reddingborden en borden m.b.t. brand-bestrijdingsmiddelen. In bijlage XIX van de Arboregeling staat een overzicht van diverse hand-armseinen. Daarmee heeft Nederland deze richtlijn bijna 1 op 1 overgenomen. Overigens gaat het bij veiligheids- en gezondheidssignalering niet alleen om borden en seinen, maar bijvoorbeeld ook om geluids- en lichtsignalen. - Vissersvaartuigen (93/103/EG)
Deze richtlijn is niet geïmplementeerd in de Arbowetgeving, maar in het Vissersvaartuigenbesluit 2002. Dit Vissersvaartuigenbesluit valt weer onder de Schepenwet. De eisen in deze richtlijn hebben bijvoorbeeld betrekking op de zeewaardigheid, de stabiliteit en de radioverbindingsinstallatie van het vissersvaartuig. - Winningsindustrieën (d.m.v. boringen) (92/91/EEG)
Deze richtlijn is terug te vinden in de afdelingen 6 en 6A van hoofdstuk 2 van het Arbobesluit, in de afdelingen 3 en 3C van hoofdstuk 3 van het Arbobesluit, in afdeling 5B van hoofdstuk 6 van het Arbobesluit en in afdeling 5A van hoofdstuk 7 van het Arbobesluit. De ramp met het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico leidde tot de dood van 11 mensen en 17 gewonden. Het laat het belang van deze richtlijn zien. De bepalingen voor deze bedrijfstak betreffen bijvoorbeeld het voorhanden hebben van een veiligheids- en gezondheidszorgsysteem voor normale als voor noodsituaties. Daarnaast worden er bijvoorbeeld specifieke eisen gesteld aan reddingsmiddelen aan boord van boorplatformen. - Winningsindustrieën (in dagbouw of ondergronds) (92/104/EEG)
Deze richtlijn is terug te vinden in de afdeling 6 van hoofdstuk 2 van het Arbobesluit, in de afdelingen 3, 3A en 3B van hoofdstuk 3 van het Arbobesluit, in afdeling 5A van hoofdstuk 6 van het Arbobesluit en in afdeling 5A van hoofdstuk 7 van het Arbobesluit. Voor deze vorm van delfstoffenwinning zijn specifieke maatregelen vereist; maatregelen die verder gaan dan (veel) andere sectoren. Zo moet er vóór de aanvang van het werk een veiligheids- en gezondheidsdocument worden opgesteld, en ook moet deze sector bepaalde bijna-ongevallen melden aan de Arbeidsinspectie. - Zwangere, pas bevallen en borstvoeding gevende werkneemsters (92/85/EEG)
Deze richtlijn is geïmplementeerd in met name afdeling 9 van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit. Maar ook in paragraaf 3 van afdeling 10 van hoofdstuk 4 van het Arbobesluit en in paragraaf 4 van afdeling 6 van hoofdstuk 6 van het Arbobesluit. Een belangrijk onderdeel van deze richtlijn is het zwangerschapsverlof van 14 weken. Nederland heeft dit zwangerschapsverlof opgenomen in artikel 3:1 van de Wet arbeid en zorg, maar heeft dit verhoogd tot 16 weken.